Tijdens die eerste gesprekken na de diagnose, wordt je uitgelegd wat hypers en hypo’s zijn. In de mate van het mogelijke, hoor je ook hoe je die hypers/hypo’s moet herkennen. Waar hypers vooral dorst, plassen, troebel zicht, niet tegen te houden vermoeidheid en beroving van energie weerspiegelen, zie je bij hypo’s voornamelijk traag worden, met een dikke tong spreken, een verschrikkelijke drang naar snelle suikers, reuzenhonger, niet goed meer kunnen nadenken. Als complete leek, heb je geen idee wat je kan verwachten. Je naaste omgeving hoort van jou deze nieuwe begrippen, maar ze denken: als je alles maar goed doet, dan zal je dat niet voor hebben. Dan zijn je waarden altijd zoals het hoort, rond de 100 mg/dl (5.5 mmol). Ze hebben geen idee. Ook al doe je keihard je best: hypo’s en hypers maken deel uit van diabetes. En dat is wat de buitenwereld niet ziet. Ik krijg wel vaker de vraag, hoe zo’n hypo dan aanvoelt.
Na bijna 16 jaar T1 diabetes, heb ik al heel wat hypo’s ontmoet, de ene al wat matiger dan de andere. Er zaten een paar gemeneriken tussen, maar 99% van de hypo’s los ik gewoon zelf op. Ik herken wel verschillende stadia bij een opkomende hypo, afhankelijk van de snelheid waarmee ze me voor het hoofd slaan.
Er zijn die “gewone” dagelijkse mini-hypo’s, die niet echt bedreigend aanvoelen. Die hypo’s, waarvan je weet dat je ze met enkel een slok frisdrank kan wegwerken, omdat ze bijvoorbeeld net voor de maaltijd komen of omdat je grafiek aantoont dat je eigenlijk niet echt aan het dalen bent (zie de horizontale pijl). Zo’n beetje een flatline hypo rond de 75 mg/dl (4.2 mmol) en licht dalend. Nog niet echt hypo, maar wel al iets te laag om niets te doen. Dat zijn de makkelijkste om op te lossen.
Dan heb je die “middelmoot” hypo’s. Je voelt hem aankomen, maar je kan nog wel even naar het toilet of snel de boodschappen in de koffer van de auto zetten. Achter het stuur gaan zitten is nog ok, maar je weet dat je nog niet de baan op kan. Bij dit soort hypo’s heb je al nood aan 15 gr koolhydraten onder de vorm van snelle suikers. Ik denk dan aan een mini blikje frisdrank of enkele tabletten druivensuiker. Dit soort hypo’s gaat ook evensnel weer over, waardoor je je bezigheden snel kan hervatten. Deze hypo’s brengen je niet meteen in de war en je hebt ook zelden hulp nodig om deze op te lossen.
De alles-aan-de-kant hypo’s. Dat zijn vervelende. Die hypo’s, waarbij je allicht teveel insuline toegediend hebt voor wat je gegeten hebt en die jouw bloedsuiker in een snel tempo laat dalen. Met één blik op je pomp, zie je dat je nog 2.3 eh actieve insuline in je lichaam hebt. Je CGM verwittigt je voor een snelle daling. Je voelt een koude wind door je lichaam razen en je verstand wil niet goed meer mee. Je hebt plots een immens hongergevoel en je bent heel erg op zoek naar snelle suikers. Maakt niet uit wat je vindt: als het maar eetbaar is. Je propt het in je mond en spoelt het door, maar je bent nog net op tijd om erger te voorkomen. Alleen weet jouw verstand dat nog niet. Je trekt een pak koekjes open en het ene koekje verpulvert het volgende in je mond. Een plakje salami, een halve banaan, smeerkaasjes, … die overlevingsdrang krijgt de bovenhand, met torenhoge waarden achteraf en een schuldgevoel voor het teveel aan koolhydraten dat je binnengespeeld hebt. Je begint de koolhydraten te tellen en overweegt een correctiebolus. Je voelt je misselijk van de snelle stijging en de steeds hoger wordende bloedsuiker. Je wilt liefst gaan neerliggen en je ogen dichtdoen en hopen dat het snel over is.
Je hebt hem nog net voelen aankomen (of juist helemaal niet als je hypo unaware bent), en je weet al meteen dat je te laat bent om te reageren. Je weet wat er volgt. Het snoep in je mond is nog maar net doorgeslikt of je gaat tegen de grond. Daarna weet je niets meer. Je hebt hoofdpijn, bent misselijk. Je hoort iemand vragen of het wel goed met je is. Je piept uit je ogen. De glucagon heeft zijn werk gedaan. Je maag draait en je hoofd klopt. Je ziet bezorgde ogen rondom je. Dit is niet fijn. Wat is er gebeurd? Waarom had je dat hypo alarm ook alweer uitgezet?
Continue Glucose Monitoring (CGM) is geen gadget. Het redt levens. Alarmen zijn belangrijk. We hebben T1 diabetes en hypo’s en hypers maken deel uit van ons dagdagelijks leven. Er is ondertussen terugbetaling voor 4 CGM systemen in België: Medtronic Enlite CGM met de Medtronic 640G pomp, de Guardian Connect CGM (voornamelijk voor mensen die insuline spuiten met een pen), Eversense CGM (implanteerbaar) van Roche en nu ook Dexcom G5 CGM (het systeem dat ik zelf gebruik). Wil jij ook graag gebruik maken van CGM (sensoren met alarmen voor te hoge en te lage waarden)? Vraag ernaar in je conventie. Kijk wat het aanbod is en informeer jezelf bij je arts waar jij meest bij gebaat kan zijn.
Zoete groet,
Cathy
Dag
Hoe er over ons gedacht wordt,
hangt af hoe we onze ervaringen meedelen,
of we worden nog meer uitgesloten
Erwin
LikeLike
Dag Erwin
We zijn er voor elkaar.
Zoete groet
Cathy
LikeLike