D-day.

November 2001. Ik werk voltijds als bediende en daarnaast nog deeltijds als begeleidster bij de plaatselijke buitenschoolse kinderopvang. Als werknemer krijg ik een medisch onderzoek. De verpleegster krabt zich op het hoofd en snapt niets van de 976 eenheden suiker in mijn urinestaal. Er hoort geen suiker in je urine te zitten, weet ze me te zeggen. Of ik even bij de huisarts langs kan gaan voor een nieuwe test?

Bij de huisarts wordt een nuchtere bloedsuiker vastgesteld van 199 mg/dl (11 mmol). Ik heb geen idee wat dat betekent. Ik krijg het advies om wat minder te werken om de vermoeidheid waar ik over klaag, weg te krijgen. Ik moet wat minder drinken want het nachtelijke plassen houdt me uit mijn slaap. Het gewichtsverlies is meegenomen (ik ben een vrouw. Elke kg minder is meegenomen) maar ik voel me absoluut niet lekker.

Februari 2002. Ik heb constant honger. Ik eet als een paard en toch blijf ik afvallen. Yay! Maar waarom ben ik zo moe? Ondertussen toont een nieuw urinestaal bij de huisarts 1240 eenheden suiker aan. Mijn HbA1c is 8.4% (68 mmol). De huisarts kijkt me bedenkelijk aan. Hij geeft geen uitleg en dat getal zegt me niets. Hij raadt me opnieuw aan meer rust te nemen. Ik kan ook niet anders, want ik val in slaap waar ik zit.

Juni 2002. De verbouwingen aan ons huis eisen hun tol. Ik ben stikkapot. Met twee jonge meiden van 5 en 7 is het druk hier en tussen beide banen in, slaap ik op de bank. Ik kom met moeite nog recht. Een nieuw bezoek aan de huisarts met het inmiddels gekende plasje-in-het-potje toont 3636 eenheden suiker in mijn urine. Ik vraag de arts of ik misschien diabetes heb? Ik zag toch de symptomen op die poster in zijn wachtzaal? Hij schudt zijn hoofd en kijkt me meewarig aan. Vraagt me zelfs of ik graag een ziekte “wil” hebben? Ik ben te jong (bijna 31) voor Type 2 diabetes en te oud voor Type 1 (nog steeds bijna 31). Ik buig het hoofd en rij verslagen naar huis.

12 juni 2002. Op aandringen van mijn apotheker, vraag ik met spoed een afspraak bij een endocrinoloog. Bij het vermelden van mijn symptomen (extreme vermoeidheid, veelvuldige nachtelijke toiletbezoeken, honger/dorst, schimmelinfecties, troebel zicht,..) mag ik meteen langskomen. Na een eenvoudige vingerprik (ik wist toen nog niet hoeveel vingerprikjes er nog zouden volgen), wist ik dat ik Type 1 diabetes had. Mijn HbA1c was ondertussen gestegen tot 9.8% (83 mmol).

De diagnose kwam als een mokerslag, maar tegelijkertijd ook als een opluchting. Ik was niet gek. Ik had het niet verzonnen. Er was een echte reden waarom mijn lichaam me in de steek liet. Ik dacht dat de dokter me een spuit zou geven en dat ik dan weer naar huis zou kunnen en weer helemaal beter zou worden. Wist ik veel. Ik had echt geen idee. Daar kwam al snel verandering in..

Wordt vervolgd..

Zoete groet,

Cathy

 

 

 

 

6 gedachtes over “D-day.

  1. Wow, zat die huisarts er naast! Hoe is het mogelijk?
    Wat een rottijd is dat geweest.
    Ja, een mokerslag, maar we dealen er mee, we zullen wel moeten! 👍😊

    Like

  2. Wat ontzettend schokkend dat ze er zo naast konden zitten!! Je symptomen waren zo duidelijk! Ik neem aan dat je van huisarts veranderd bent daarna? (Zeker na die reactie van hem die ik hierboven lees.. )

    Like

    1. Dag Tamara

      maar liefst 7 maanden aan het lijntje gehouden, voor een diagnose die niet eens zo moeilijk zou moeten geweest want de symptomen en de labo-onderzoeken waren duidelijk. Een gemiste kans, die grote gevolgen kon gehad hebben. Deze huisarts is niet langer mijn huisarts..

      Zoete groet,

      Cathy

      Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.